Auteur Jacqueline Voskuil

Carl Gustav Jung gaf aan dat mensen die luisterden naar hun dromen doorgaans gespaard bleven van psychosen. Is dit zo, of is de werkelijkheid een stuk weerbarstiger? Het klinkt namelijk wel aannemelijk. Om een voorbeeld te geven, als je droomt over een spin zal het vaak betekenen dat je in het dagelijkse leven door een angst heen moet gaan, zoals een speech geven, een professionele uitdaging aangaan… Je doet dit, ondanks dat je het echt eng vindt, en als resultaat zal je niet langer over een spin dromen. Je bent letterlijk en figuurlijk door een angst heengegaan. Door dat je bewust met deze situatie/uitdaging bent omgegaan, is de kans op een psychose kleiner, zou je denken. Is het werkelijk ‘zo eenvoudig’?

Definities van een droom en een psychose

“Een droom is een opeenvolging van beelden, gedachten, emoties en gevoelens die zich gewoonlijk onvrijwillig in de geest voordoen gedurende bepaalde fasen van de slaap.” (Wikipedia, 2021)

“Een psychose is een toestand waarbij iemand zijn grip op de realiteit kwijt is. Hij ziet of hoort soms dingen die er niet zijn (hallucinaties) en is overtuigd van bepaalde ideeën die niet kloppen (wanen).” (UMC Utrecht, 2021)

Dromen kunnen zo verschrikkelijk echt lijken. Je kunt je kind niet redden uit een vuurzee, er komt een enorme golfvloed op je af, er kruipen mieren onder je huid en opeens zie je een dinosaurus op je afkomen. Deze droombeelden zijn stuk voor stuk symbolisch op te vatten, ook al lijkt het vaak alsof je er écht middenin zit. Dit is ook het geval bij een psychose, je denkt echt dat de muren van de winkel van piepschuim gemaakt zijn. Je denkt echt dat je achtervolgd wordt, het voelt zelfs zo. En net zoals je in een droom niet zomaar kunt beslissen om wakker te worden, kan je tijdens een psychose ook niet gewoon ‘eruit klimmen’ en terug ‘normaal denken’. Tot zover de overeenkomsten.

Wouter Kusters verklaart in zijn boek ‘Pure Waanzin‘: “Alles wat in de psychose gebeurt is als nieuw. Over vreemde gebeurtenissen is een psychoot niet meer verbaasd dan over alledaagse dingen.” In een droom is dit ook het geval. Het is niet zo dat je tijdens het dromen verbaasd bent dat je opeens een dinosaurus ziet lopen. In beide gevallen reageer je ook impulsief op alle gebeurtenissen, maar toch is dit het gegeven waar we de eerste verschillen aantreffen. Een droom vindt altijd plaats in een zeker kader, een systeem, iets wat ontbreekt bij een psychose. Een droom geeft je namelijk nooit beelden waar je niet aan toe bent. Maar zal je ook niet tegenhouden wanneer je er wel klaar voor bent. Dat kan een houvast zijn voor als je wakker wordt en de droom (eventueel) opschrijft. De psychoot kan uiteraard zijn beelden opschrijven wanneer hij als ware langzaam ‘wakker’ wordt uit zijn psychose, maar kan hij ook van de beelden leren?

Kusters: “Als in een droomtoestand is de psychoot voorbereid op de meest bizarre gebeurtenissen. Deze voorbereiding is eerder een openstaan voor al wat komt en een speculeren over mogelijkheden, dan een planmatige controle vooraf.” Tijdens je dromen heb je echter maar weinig scheppende energie, op dat vlak merken we dus opnieuw een verschil op. Maar een veel groter verschil, is het feit dat mensen in een psychose alles in twijfel trekken. Wat mensen vertellen, de betekenis van bepaalde voorwerpen… In een droom is een kalender gewoon een kalender. In een psychose is alle kennis die je doorgaans bezit onderhavig aan wantrouw en ontbindingsdrift. Om die reden moet een psychoot steeds zelf uitzoeken waar hij zich bevindt met behulp van summiere aanwijzingen en de psychotische inzet van de kennis die hij al heeft, aldus Kusters. Maar in een droom ben je helemaal niet bezig met de vraag waar je bent of hoe je iets moet aanpakken. Je probeert niet bewust met iets aan de slag te gaan tijdens het dromen, terwijl iemand in een psychose voortdurend een actiedrang ervaart.

Lees hier verder

Terug naar blog overzicht